Ik kom graag in Bajardo, een dorpje in de Ligurische Alpen, niet ver van de Middellandse Zee. Het staat op een berg van 900 m hoogte en daardoor heeft de ontvolking (sociologen hebben er krimp van gemaakt) er toegeslagen. Ik denk dat pakweg de helft van de huizen daar leeg staat. Er wonen nog zo’n 350 mensen en het heeft 2 restaurants en 2 cafés.
Vorig jaar dineerden we in een van de restaurants en toen ik om de rekening vroeg zag ik dat de eigenaar deze naar beneden afrondde. Dat had ik nog nooit meegemaakt en ik aanvaardde dat in dank.
Onlangs waren we weer in het zelfde dorp, en lunchten in het andere restaurant. We waren er nog nooit geweest en ook nu werd de rekening naar beneden afgerond en ’s avonds nog een keer. Een vriend van me zei, dat het bergvolk uit hele aardige mensen bestaat. Ze wonen op moeilijk bereikbare plekken en zijn daardoor op elkaar aangewezen. Ik geloof dat zonder meer, maar ik denk ook dat het er mee te maken heeft dat mensen de kansen grijpen waar ze kunnen. Zeker in de wat afgelegen gebieden. Zo heeft Diane Lensink, de dochter van Ton Lensink, daar dicht bij een gehuchtje opgekocht, Vinazza, waar ze een bed & breakfast drijft en kookboeken schrijft. Zoiets krijg je niet voor elkaar direct aan de kust tussen San Remo en Ventimiglia.
Kijkend naar het krimpgebied in Zeeland, Zeeuws-Vlaanderen, concludeer ik ook dat door de ruimte die daar is, er kansen ontstaan, op allerlei gebied. De grootste coffeeshop van Europa stond niet in Amsterdam, maar in deze krimpregio. Er werkten meer dan 100 mensen. Nu ben ik geen voorstander van een dergelijke onderneming, maar een veel beter voorbeeld is een vroeger etherpiraatje uit de grensstreek. Het is nu een gevestigde onderneming die in Nederland en daaromheen zendmasten exploiteert. Alle commerciële radiozenders op 1 na zijn er klant.
Het is duidelijk, dat er aan de periferie allerlei kansen ontstaan, omdat er ruimte is op allerlei gebied. Die ruimte, lage vestigingskosten, gecombineerd met de vindingrijkheid van de vroegere botersmokkelaars kan tot successen leiden.
Daarom dienen we deze gebieden geen krimpregio’s noemen, maar kansregio’s.
Het is terecht dat daar op dit moment veel aandacht voor is.
Mark Faasse
dinsdag 16 februari 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten