Vanavond liep ik voor de laatste keer door het kantoor waar ik meer dan 20 jaar geleden voor het eerst binnen kwam en een prachtig deel van mijn leven begon. Faasse & Fermont heeft op deze dag zijn koffers gepakt en is verhuisd naar Frans den Hollanderlaan 12 in Goes.
Op 6 december 1990 openden mij broer en ik daar onze eerste gezamenlijke onderneming, met 1 personeelslid, die inmiddels al meer dan 10 jaar mijn echtgenote is. In dit pand uit 1892 hebben we lief en leed met elkaar gedeeld, maar zijn bovenal succesvol geweest.
De locatie van dit pand is uitstekend, goed zichtbaar op een hoek. In de Wijngaardstraat kwam en kom je wel van alles tegen. Drugstenten, tattooshops, bordelen, vroeger zelfs een sextent in een voormalig gebouw van de Hervormde Kerk. Dominee Homburg had in de jaren ’50 daar de eerste steen nog gelegd. Wij hebben daar zelf nooit last van gehad. Wel heeft de politie een tijd de sleutel van ons pand gehad om ’s nachts de drugshandel te observeren.
Het pand was net ontruimd deze avond en ik ben stuk voor stuk alle ruimten doorgelopen. De grote bankkluis in de kelder, waar ons archief veel te hard groeide. De spreekkamers, waar we relaties voor het leven hebben gelegd en mooie deals hebben gedaan.
Het keukentje, type pronorm met een roestvast stalen blad met wafelmotief heeft al die jaren de zuivere koffie doorstaan.
Mijn kamer op de eerste verdieping, met uitzicht op de belangrijkste aanvoerstraat van het centrum, waar ik me de viceburgemeester van de binnenstad waande.
De gang, die ik nog samen met mijn ouders op een zaterdag geschilderd heb.
De achterdeur, waar ik ’s ochtends om een uur of 9 door naar binnen kwam, en zo vaak ’s avonds om een uur of 10 of nog later door naar buiten ging.
Mijn oma had het over opgaan, blinken en verzinken. Het is jammer, dat het nu zo slecht gaat in de huizenbusiness. Laten we het er op houden, dat het is weggelegd voor mijn opvolger Paul om in het nieuwe onderkomen opnieuw te gaan blinken. Dat verdienen hij en zijn mensen.
Als je een gebouw waar je met hart en ziel hebt verbleven achter je laat, dan dien je daar gepast afscheid van te nemen. Naast mijn vrouw, vrienden en familie houd ik ook van stenen. Dat is een tic van onroerend goed boys. In de huizen die ik bewoond heb, heb ik altijd nog een traan gelaten bij mijn vertrek. Vanavond was dat niet zo. Behalve de keer dat we in een café zijn doorgezakt met een voormalige wereldkampioen wielrennen uit Zuid-Beveland en enkele illustere gebroeders, heb ik er eigenlijk nooit geslapen. Dat is toch weer anders.
Het is achteraf toch prettig om te concluderen dat je ergens bijzonder fijn gewoond hebt, of in dit geval: heb mogen werken.
Mark Faasse
maandag 14 maart 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten