was een onderwerp tijdens een symposium van het
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland. We zijn allemaal bekend met de
starterslening, die nieuwkomers op de woningmarkt een extra lening verstrekt
met weinig of geen rente en uitgestelde aflossing. Ik ben altijd bang geweest
voor 2 negatieve effecten: het kan er toe leiden dat er te veel betaald wordt
voor een woning en ook bestaat het gevaar van overcreditering. Dat probleem kan
optreden bij verlies van inkomen of scheiding van kopende partners. Deze
problemen schijnen zich toch opvallend weinig voor te doen. Het kredietverloop
lijkt boven verwachting goed te zijn, waardoor de kosten voor de leningverstrekkende
gemeente mee vallen.
De (Door)Starterslening is uitgevonden door ambtenaren van
de gemeente Arnhem (Marion Schoeman). De bedoeling is om doorstroming op de woningmarkt
te krijgen. Een doorstarter is daar iemand die een woning achterlaat van
maximaal € 172.000 die door een starter gekocht wordt en die zelf een woning
koopt van maximaal € 250.000. De lening bedraagt maximaal € 25.000. Dit kan net
het bedrag zijn dat iemand te kort komt, als de hypotheek van de te verkopen
woning hoger is dan de waarde. Een sterk punt is dat er niet woningen
bijgebouwd worden waarvan er al zo veel zijn. Als we doorzonwoningen met 3
slaapkamers bouwen als starterswoning, komen er wellicht te veel van dit soort
woningen in de woningvoorraad. Dat leidt dan in de toekomst weer tot problemen.
Een ander voordeel is, dat je met 1 lening 2 transacties
veroorzaakt. Bij de standaard starterswoning veelal maar 1 transactie (bij
nieuwbouw o.a.).
In Zeeland zou je het koopbedrag van € 172.000 m.i. moeten
verlagen naar € 125.000 voor de starters en ik zou een voorstander zijn om het
maximum voor de doorstarters te verhogen naar € 300.000. Het zou een wezenlijke
bijdrage leveren aan het verbeteren van de woningmarkt en gemeenten kunnen het
instrument hanteren om inwoners aan zich te binden en dat kan in tijden van
krimp nooit kwaad.
Mark Faasse
Geen opmerkingen:
Een reactie posten