Nederland is jarenlang gedomineerd door 3
politieke stromingen, die in wisselende samenstelling regeringen vormden. We
spreken over PvdA, VVD en meestal in het midden daarvan het CDA. Dat was
overzichtelijk en veel mensen vonden dat prettig.
Inmiddels hebben de zwevende kiezers de
grootste groep gevormd. Dat is minstens 40% van het electoraat. Uit onderzoek
blijkt dat tussen 2006-2010 55% van de kiezers minimaal 1 keer van partij is
gewisseld. Mensen die het graag bij het oude houden, betogen dat de kiezer
wispelturig is, de waan van de dag volgt of wat dies meer zij. Uit het zelfde
onderzoek blijkt echter, dat de kiezer niet irrationeel, emotioneel of
intuïtief is.
De kiezer wisselt wel van partij, maar blijft
trouw aan zijn (of haar) eigen overtuiging. Dus een PvdA stemmer gunt af en toe
de SP zijn stem, bij voorbeeld. Uit het onderzoek Kieskeurige Kiezers 2006-2010 blijkt dat het wisselende stemgedrag
een gevolg is van een gebrek aan vertrouwen in de politiek.
Sinds de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar
speelden de lokale partijen zich nadrukkelijk in de kijker. Met ca. 30% van het
electoraat was het 2 keer zo groot als het CDA. De lokalen willen die opmars
doorzetten bij de Provinciale Staten. De oude politiek wrijft zich dan ook
verheugd in de handen, nu blijkt dat er bij een lokale partij in Zeeland een
fikse ruzie aan de gang is. Ze vinden de lokalen onsamenhangende clubjes
waarvan onenigheid een kenmerk is.
Dat is echter niet minder dan bij de
gevestigde partijen, maar die hebben mechanismen om ruzies te sussen. Er komt
dan vaak een commissie onder leiding van een burgemeester of een Kamerlid, die
de zaak in der minne schikt en de zaak stil weet te houden.
Van de lokale partijen wordt gezegd dat ze
opgezet zijn door ontevreden leden van andere partijen. En het is inderdaad zo,
dat je bij veel jonge partijen, niet alleen lokalen, mensen uit de oude
gevestigde orde ziet. Maar die mensen gaan niet altijd met ruzie weg bij een
van de oude partijen, maar ook vaak omdat ze hun ambitie niet waar kunnen
maken. De oude grote 3, VVD, PvdA en CDA mikken op het politiek midden, omdat
daar de meeste kiezers te halen zijn. Dan krijg je het op een gegeven moment
aan de stok met leden die een duidelijker profiel willen aannemen.
Als we bij voorbeeld kijken naar de VVD, dan
zien we dat op enig moment Rita Verdonk heel populair werd. Zij haalde bij de
verkiezingen van 2006 maar liefst 67.355 stemmen meer dan lijsttrekker Rutte.
Ze werd toch afgeserveerd door het partijkader en haar partij Trots op
Nederland redde het niet. Dat gold niet voor haar voormalige collega VVD-er
Geert Wilders, die in 2004 de partij verliet. Zijn PVV groeide uit tot een
machtsfactor in het landelijke parlement.
De versnippering van het politieke landschap
hoort bij deze tijd. De oude grote partijen zijn ook niet meer echt liberaal,
zuiver socialistisch of duidelijk christendemocratisch. Ze zijn meer op elkaar
gaan lijken en kiezers vinden het natuurlijk niet leuk dat Rutte binnen een
week zijn belofte over de hypotheekrenteaftrek vergeten is, of dat de PvdA vlot
instemt met sanering van het sociale beleid.
De tijdgeest houdt in, dat kiezers meer
pragmatisch en praktisch geworden zijn in plaats van ideologisch gedreven. De
ruimte die hierdoor ontstaat wordt graag opgevuld door lokale partijen.
Mark Faasse
Geen opmerkingen:
Een reactie posten