vrijdag 11 februari 2011

Minder overheid is minder belasting

Zondagmiddag viel mijn oog op deze verkiezingsslogan van de VVD. Ik moest toen terugdenken aan de kerkdienst van die morgen. Onze voorganger was Edward de Kam, directeur van Youth for Christ, met wie ik hier in Kamperland nog op school gezeten heb. In zijn preek ging hij ook in op fondsenwerving voor goede doelen; zij zijn een organisatie met 200 mensen in dienst en een veelvoud aan vrijwilligers.

Ik heb niet het idee, dat de directeur van YFC een hoog salaris geniet. Doet hij op zondag een preekbeurt als schnabbel of wil hij zijn boodschap ook in zijn spaarzame vrije tijd verkondigen? Mogelijk beide.

Dat staat in schril contrast met de hulporganisaties, die voor het overgrote gedeelte afhankelijk zijn van de overheid. Dit soort instituten zorgt behalve voor de behoeftige medemens ook goed voor zichzelf. Laten we het er maar op houden dat het in deze volgorde gebeurt. Het salaris van de Eveline Herfkensachtige directie is schaal 12 of hoger, want ze mogen toch minimaal net zo veel verdienen als een ambtenaar? Ik heb wel eens het idee, dat naarmate het salaris in deze sector hoger wordt, de werkzaamheden verminderen. Mensen beschouwen het als een baan met uitstekende arbeidsvoorwaarden en niet meer als een roeping.

De moderne ontwikkelingswerker is iemand die business class vliegt, bij voorkeur Air France vanwege het lekkere eten, en zich in Afrika voortbeweegt in een Toyota Landcruiser, vanwege de dubbele airconditioning. Vervolgens gaan ze bij hun terugkeer een rapport schrijven met als conclusie dat er nog meer geld besteed moet worden.

Er zijn nog steeds mensen die denken dat de meeste problemen op te lossen zijn met geld en nog meer geld. Bij afwezigheid van een probleem wordt dat toch uitgevonden, want het geld is er en moet besteed worden. Ik zal niet op de VVD stemmen, maar minder belasting en minder overheid zijn welkom. Was het niet Balkenende die daar in zijn eerste kabinetten mee kwam?

Mark Faasse

maandag 7 februari 2011

Duck Dating Site

Dit weekend viel mijn oog op onze vijver. Er waren mannetjeseenden (woerden) die elkaar in het water bevochten, terwijl het vrouwtje waar het om ging, de andere kant op zat te kijken. Opvallend hoeveel koppeltjes er al gevormd waren. Veel eenden zaten al in paren bij elkaar.

Ik vroeg me af of er niet te veel zouden komen, en of dat de jonge eendjes een prooi zouden worden voor de rode kater van de buren. Ik heb in de lente vaak genoeg een lief jong eendje gered uit de bek van deze lustmoordenaar. Dikkie (speaking name) eet ze niet op, maar loopt er wel mee te showen.

Her en der zie je dat er van sommige dieren te veel komen. Een weiland met veel zwanen ziet er prachtig uit. De ganzenrestaurants (nog niet omgeploegd bietenveld na de oogst) zorgen voor een veelvoud van het aantal ganzen van een aantal jaren terug. Tegenwoordig eten ze in de winter in een dag een veld winterbloemkool leeg. Dat is niet zo prettig voor de betrokken tuinder.

Je leest overal dat er herten te veel zijn. Ik heb zelf eens in de duinen van de Mantelinge een grote kudde herten gezien, werkelijk een prachtig gezicht, maar misschien is het beter als het er wat minder zijn. Zorg op een nette manier voor instandhouding van een kudde van een redelijke omvang zou ik zo zeggen.

Waar we minder last van hebben, zijn de madeliefjes, die we weer in groten getale zijn bloeien in onze omgeving en daarmee een mooie voorbode van de lente zijn. Dat geeft toch weer een heel prettig en vrolijk gevoel. Als de consumenten nu net zo ijverig als de eenden een nestje gaan bouwen, wordt dat gevoel nog prettiger.

Mark Faasse