zondag 8 maart 2015

Shrinkflation



Deze week hoorde ik een definitie van wat shrinkflation inhoudt. Het is een vorm van inflatie, waarbij niet de prijs omhoog haat, maar de kwantiteit van wat je geleverd krijgt minder wordt.
Sommige fabrikanten, waaronder die van mijn favoriete pils Grolsch, hebben de brutaliteit om zoiets als een voordeel te presenteren. Grolsch zat vorig jaar nog in mooie flesjes van 33 cl, maar een poosje geleden presenteerde deze brouwer (waarschijnlijk ingegeven door de Angelsaksische eigenaren) een nieuw trots: een mooi rond groen flesje, met maar 30 cl inhoud. Maar wel voor de zelfde prijs. Het prachtige oude ‘vakmanschap is meesterschap’ werd vervangen door een platte slogan die veronderstelt dat de consumenten domme sukkels zijn. 

Ik zal dus op zoek moeten naar een ander merk pils, maar de merken van Heineken boeien me niet zo. Wellicht is Bavaria wit met 0,0% alcohol wel een goed alternatief, met de zomer ophanden. Misschien zullen sommige mensen de lage hoeveelheid alcohol in een dergelijk flesje bier ook als shrinkflation bestempelen, maar zo ver ben ik nog niet heen.
Interessant is natuurlijk het omgekeerde hiervan, en dat doet zich op de huizenmarkt voor. De benaming daarvoor is wat saaier, gewoon deflatie. Aan het begin van de crisis bedroeg de prijs van een woning in Midden-Zeeland € 1785/mรด. Nu is dat 7,4% lager. Dat valt me alleszins mee. De gemiddelde koopsom van een woning is meer gedaald, dus je krijgt nu meer huis voor een lagere prijs. Daar komt het op neer.
In die zelfde periode  (2008-2014) steeg het prijsindexcijfer met 11,1%. Dus al met al viel het dan nogal mee met de woningmarkt en de conclusie is, dat het een uitgelezen moment is om een huis te kopen, want in feite moet je de prijsdaling van woningen en de stijging van het prijsindexcijfer bij elkaar optellen, om vast te stellen hoe goed je het naar verhouding (!) doet in de loop der tijden.

Mark Faasse