maandag 3 september 2018

Ik ben blij dat ik leukemie heb,


want dan heb je geen zware dood. Dat zei een Duitse vriendin van ons, liggend in een hospice in Italië. Ze verbleef er al een aantal weken en haar einde hier op aarde is nabij. Het valt niet mee om naar zo’n afscheid te gaan. Voor Marianne is de taalbarrière groter dan voor mij, en zij begroette onze vriendin met veel tranen. Ik begreep van haar man dat het een komen en een gaan was van mensen uit haar leven die een laatste groet kwamen brengen. Dat gaat met veel verdriet gepaard, maar onze vriendin heeft haar lot volledig geaccepteerd en gaat in een groot vertrouwen op God heel vredig haar einde tegemoet. Haar man, die een kleine 20 jaar jonger is, staat er ook zo in. In plaats van dat zij getroost wordt, moet zij al die relatief gezonde mensen troosten. De omgekeerde wereld. Sterk zijn noemt men dat en dat is ze, geestelijk volledig rijp, en in meerdere opzichten klaar met het leven, in een lichaam dat haar straks in de steek laat. We lieten haar leven de revue passeren. Zij is geboren in de oorlog in Poznan, haar moeder kwam uit Sint-Petersburg en vlak na de oorlog haalde een oom hen naar Frankfurt. Ze had een jongere broer die na de oorlog geboren was, en ze vertelde dat het een groot verschil maakt in welke omstandigheden je ter wereld komt.
Ik kan hier nog uitweiden over het prachtige gebouw van het hospice, op een prachtige plek, met een eveneens prachtig uitzicht over de Middellandse Zee. Een mooie gelegenheid om dood te gaan, maar er is straks wel een gemis.
Kunnen wij daar mee omgaan? Hebben wij een keus?
Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd
dat is de dood aanvaarden
de vrede en de strijd,
Uit Lied 807 Liedboek 2013 Huub Oosterhuis