zaterdag 17 maart 2012

Huib Eversdijk, 1933-2012, powerbroker

Mijn vader is een leeftijdgenoot van Huib Eversdijk en hij kende hem van de jongelingenvereniging, waar Eversdijk zijn verbale vaardigheden oefende en leerde vergaderen en besturen.
In de jaren ’70 rees zijn ster zeer snel, hij had ongelofelijk veel functies en was naast raadslid ook lid van provinciale staten en Kamerlid. Ik geloof dat hij ze alle drie nog naast elkaar vervuld heeft. In die tussentijd studeerde hij ook nog af aan de universiteit. Uiteraard gebruikte hij direct zijn titel, waarop de PZC, waar zijn politieke vrienden niet zaten, hem probeerden te kleineren door hem onze doctorandus’ te noemen.
Eversdijk was ook de architect van een college van Gedeputeerde Staten waarbij voor het eerst de SGP betrokken werd. Deze ‘Staphorster variant’ had hij bedacht om toch een confessionele meerderheid in de provincie te creëren. Dat hij zijn wortels overal had in de Zeeuwse samenleving bleek ook uit kleine dingen, zoals het redacteurschap van het personeelsblaadje van Van der Have uit Kapelle, zijn geboorteplaats. In die tijd ging hij vaak op zondag voor in de kerk. Vanuit een oprechte overtuiging stond hij op de preekstoel, maar hij wist goed hoe hij ook deze luisteraars aan zich moest binden door bij voorbeeld de keuze van liederen.
Hij had in het gezelschap van enkele groten der aarde vertoefd en zijn onderhoudende toespraken waren dan ook gelardeerd met anekdotes die hij zelf meegemaakt had. Ik waardeerde zijn relativeringsvermogen en humor. Een geintje wat me bijgebleven is: Op reis in de Filippijnen kwam hij in het meest christelijke hotel van Azië. Als je binnenkwam in de immense hal riep je uit My God. Bij je vertrek na ontvangst van de rekening: Jesus Christ!.
Zakelijk gezien zat Huib ook wel goed in elkaar; ik heb zijn Engelse buiten in Rilland voor hem mogen verkopen.
Veel CDA’ers in de Zeeuwse politiek hebben in het begin van hun carrière bij Huib Eversdijk het nodige geleerd. Ik ben nog bij hem, in de oude Tweede Kamer op bezoek geweest.
Helaas kan ik niet bij de afscheidsdienst aanwezig zijn.
Huib ik zal voor je bidden, en voor je vrouw en kinderen.
Adieu!


Mark Faasse

zondag 11 maart 2012

Verkrijgende verjaring

De meest normale vorm van verkrijging van een onroerende zaak is als je iets contracteert, betaalt en dan door het kadaster op je naam krijgt. Het kan echter ook zo zijn, dat iemand al jaren (minimaal 10 jaar) iets gebruikt alsof het zijn eigendom is en dat het dan achteraf in eigendom wordt verkregen, zonder dat de oorspronkelijke eigenaar daar dan nog iets over te zeggen heeft.
Zoets bestaat niet alleen in Nederland, maar ook in Italië. Ik heb daar een benedenwoning (niet zo bijzonder; ik heb het gekocht voor de prijs van 2 garageboxen) en daar zit een terras aan vast, boven de grond van de bovenburen. Ik ben al bijna 2 jaar eigenaar, maar gisteren kwam ik de bovenbuurman voor het eerst tegen. Deze is er maar 2 keer per jaar.
Hij begon een heel verhaal tegen mij, dat ik geen eigenaar was van het terras, dat hij daar een rechtszaak over had gevoerd met de vorige eigenaar en dat hij het deze zomer af zou breken.
Ik heb hem verteld dat ik het prettig vond dat ik hem ontmoette, en dat ik mijn terras wel erg op prijs stel vanwege de bezonning en het uitzicht op de Middellandse Zee. Voordat we verder gingen bekvechten vroeg ik hem eerst om zijn naam. Dat had ik al eerder geprobeerd, maar hij antwoordde niet op mijn briefjes in zijn postbus. Zijn naam was Diana (blijkbaar ook een voornaam voor mannen) Vito. Ik dacht gelijk aan de Amerikaanse filmster Danny de Vito, maar die is toch meestal wat lachwekkender. Hij is meer dan een kop kleiner dan mij, maar veel breder dan de Amerikaanse versie en hij wilde geen rechtszaak meer. Hij zou het dan wel met zijn knuisten beslechten dacht ik zo. Hij bleef maar uitvaren en vond degene van wie ik, en hij ook, gekocht had een kruising tussen een hond en een varken. Wat moet je doen in zo’n situatie. Ik bedacht dat ik nog wat mossels (jumbo van Prins & Dingemanse) mee genomen had van huis om de plaatselijke bevolking op mijn hand te krijgen en die heb ik toen overhandigd en zijn 20 jaar jongere Roemeense vrouw was er blij mee.
Een uurtje later kwam hij naar ons toe en vroeg ons of we bij hem wilden lunchen. Dat is typisch Italiaans heb ik vernomen. Je hebt grote ruzie met iemand en vervolgens nodigen ze je ergens voor uit. We kregen een pasta in eigen gemaakte bouillon. In zijn open haard had hij bistecca Fiorentina gemaakt. Hij had ook nog heel lekkere kazen en varkenswangen. Bij de koffie nog ’n grappa.
In Italië gaat het altijd over eten en de wereld zag er inmiddels toch een stuk beter uit.
Ik kan een stuk grond van hem kopen, hij wil de fundering van het gezamenlijke woonblok verstevigen en we krijgen zijn entree op de begane grond cadeau, als hij aan de buitenkant een nieuwe toegangstrap mag maken.

Rare jongens die Italianen (vrij naar Asterix), maar wel leuk.

Mark Faasse