woensdag 30 maart 2011

Resultaten behaald in het verleden



bieden geen garantie voor de toekomst. Gisteren werden we verblijd door het bericht van woningmarktcijfers.nl dat de woningen in Zeeland de laatste 10 jaar met 67% gestegen waren in prijs en daarmee de koplopers in Nederland zijn.
Mooi bericht, nice to know. Wat schieten we hier mee op? In een oude vertaling van de Bijbel is geschreven Wie hoog staat zie toe dat hij niet valle.

Ik heb de aantallen transacties van woningen vergeleken voor de crisis (2007) met het jaar 2010. Die ziet u hier rechtsboven. Dan zien we dat die aantallen fors zijn afgenomen. De gegevens zijn ontleend aan het kadaster.

Wat opvalt is dat met name de aantallen in Goes en Middelburg onder de maat zijn gebleven. Komt dat omdat de prijzen daar aan de hoge kant waren? Steden als Terneuzen en Vlissingen, die als veel minder aantrekkelijk worden gezien, lopen wel gewoon in de pas.

Als je deze cijfers op je in laat werken, kom je tot de conclusie dat door die afname van verkopen je langer in een huis zult blijven wonen. Tot voor kort bleven Zeeuwen gemiddeld 21 jaar in hun huis wonen voordat ze het verkochten. Dat wordt op basis van deze gegevens gemiddeld 28 jaar. Nu is het zo, dat verhuizingen zorgen voor flinke economische impulsen in de vorm van bestedingen bij bouwers, woninginrichters, tuincentra etc. Dat moeten we dus ontberen.

Is het somberheid troef? Dat hoeft niet denk ik. We moeten de nieuwe realiteit aanvaarden als de enige beschikbare werkelijkheid en daarnaar handelen. Daarbij is geen plaats voor ongefundeerd optimisme, maar zeker wel voor professioneel positivisme.

Mark Faasse

zaterdag 19 maart 2011

Kamperland is cool.

Kamperland is cool. Vet cool.
Misschien ben ik wel helemaal out of tune als ik deze termen gebruik.
Ik ben net in de jeugdsoos van Kamperland geweest. Het nieuwe gebouw is bijna klaar en de belangrijkste en misschien wel enige vrijwilliger, Richard Kouwer, was bezig de laatste hand te leggen aan het schilderwerk.
De communicatie tussen hem en de wethouder was niet altijd om over naar huis te schrijven, to put it mildly. Richard was uiteraard heel blij met het nieuwe gebouw, wat in de plaats kwam van een oud kleuterschooltje, maar het moest wel zoals hij het wilde. Het kostte de gemeente een paar centen, en vervolgens nog eens een budgetoverschrijdinkje, maar dan heb je ook wat. Binnenkort bij de jaarrekening eens aan de wethouder vragen waar dat geld vandaan komt en of dit allemaal wel zo kan.
Als je er binnen stapt waan je je zelf in een Parijse nachttent, althans dat stel ik me zo voor. Niet dat ik daar zelf kom natuurlijk.
Richard Kouwer heeft met gewaagde kleurencombinaties en afwerking zijn vakmanschap getoond en hij verdient een groot compliment. Ik verbaasde me over de veelheid en kwaliteit van de geluidsapparatuur en licht. Dit is gewoon eigendom van de soos zelve en is al sinds 1961 bij elkaar gespaard door mijn dorpsgenoten. Ze begonnen toen met 1 keer in het jaar een film te draaien in Renata, het voor-vorige dorpshuis. De films waren zwart wit en gingen over een jongen die naar het oordeel van de vader te min was voor zijn dochter, waarna het toch goed kwam.
Dat is verder door vrijwilligers uitgebouwd met andere activiteiten. Naderhand werd begin jaren ’80 een stichting opgericht, die blijkbaar nog steeds bestaat. Het wordt nu een sieraad voor de jongelui te Kamperland, die eigenlijk nergens anders naar toe hoeven te gaan als je dat zo ziet. Zo zie je maar waarin een klein dorp groot kan zijn. We hebben prachtige voorzieningen in Kamperland, nu de jeugd nog.

Mark Faasse

maandag 14 maart 2011

Sex ’n drugs ’n makelaars

Vanavond liep ik voor de laatste keer door het kantoor waar ik meer dan 20 jaar geleden voor het eerst binnen kwam en een prachtig deel van mijn leven begon. Faasse & Fermont heeft op deze dag zijn koffers gepakt en is verhuisd naar Frans den Hollanderlaan 12 in Goes.
Op 6 december 1990 openden mij broer en ik daar onze eerste gezamenlijke onderneming, met 1 personeelslid, die inmiddels al meer dan 10 jaar mijn echtgenote is. In dit pand uit 1892 hebben we lief en leed met elkaar gedeeld, maar zijn bovenal succesvol geweest.
De locatie van dit pand is uitstekend, goed zichtbaar op een hoek. In de Wijngaardstraat kwam en kom je wel van alles tegen. Drugstenten, tattooshops, bordelen, vroeger zelfs een sextent in een voormalig gebouw van de Hervormde Kerk. Dominee Homburg had in de jaren ’50 daar de eerste steen nog gelegd. Wij hebben daar zelf nooit last van gehad. Wel heeft de politie een tijd de sleutel van ons pand gehad om ’s nachts de drugshandel te observeren.

Het pand was net ontruimd deze avond en ik ben stuk voor stuk alle ruimten doorgelopen. De grote bankkluis in de kelder, waar ons archief veel te hard groeide. De spreekkamers, waar we relaties voor het leven hebben gelegd en mooie deals hebben gedaan.
Het keukentje, type pronorm met een roestvast stalen blad met wafelmotief heeft al die jaren de zuivere koffie doorstaan.
Mijn kamer op de eerste verdieping, met uitzicht op de belangrijkste aanvoerstraat van het centrum, waar ik me de viceburgemeester van de binnenstad waande.
De gang, die ik nog samen met mijn ouders op een zaterdag geschilderd heb.
De achterdeur, waar ik ’s ochtends om een uur of 9 door naar binnen kwam, en zo vaak ’s avonds om een uur of 10 of nog later door naar buiten ging.
Mijn oma had het over opgaan, blinken en verzinken. Het is jammer, dat het nu zo slecht gaat in de huizenbusiness. Laten we het er op houden, dat het is weggelegd voor mijn opvolger Paul om in het nieuwe onderkomen opnieuw te gaan blinken. Dat verdienen hij en zijn mensen.

Als je een gebouw waar je met hart en ziel hebt verbleven achter je laat, dan dien je daar gepast afscheid van te nemen. Naast mijn vrouw, vrienden en familie houd ik ook van stenen. Dat is een tic van onroerend goed boys. In de huizen die ik bewoond heb, heb ik altijd nog een traan gelaten bij mijn vertrek. Vanavond was dat niet zo. Behalve de keer dat we in een café zijn doorgezakt met een voormalige wereldkampioen wielrennen uit Zuid-Beveland en enkele illustere gebroeders, heb ik er eigenlijk nooit geslapen. Dat is toch weer anders.

Het is achteraf toch prettig om te concluderen dat je ergens bijzonder fijn gewoond hebt, of in dit geval: heb mogen werken.

Mark Faasse

donderdag 3 maart 2011

Bestuurlijke lafheid bestraft

Het CDA heeft flinke klappen gekregen en die zijn hard aangekomen. Je kunt dan allerlei oorzaken zoeken, als verharding van de maatschappij, ontkerkelijking en de media doen het ook altijd verkeerd. Dat is allemaal niet zo productief. Natuurlijk ligt het voor een deel ook aan de landelijke politiek, maar dat ontslaat je niet van je eigen verantwoordelijkheid als lokale of provinciale bestuurder.

Beter is het om te kijken waar je het zelf hebt laten liggen. Dan heeft het CDA het op een aantal punten niet goed gedaan. Het meebesturen in o.a. het College van Gedeputeerde Staten werd als een soort geboorterecht gezien, en alles werd in het werk gesteld om dat voort te zetten. Zo heeft het CDA het mede laten gebeuren, dat er bij de provincie Zeeland pakweg een derde te veel ambtenaren zitten, blijkens een recent onderzoek. In het verleden heb ik vragen gesteld bij de verhoging van de provinciale belasting (opcenten van de motorrijtuigenbelasting). Er was altijd geld over, maar toch werd de belasting verhoogd, om de ‘belastingruimte’ niet kwijt te raken. Het rijk zou die zomaar in willen pikken. Nederland is een land met een voorbeeldige belastingmoraal. In landen als Duitsland en België, om maar niet te spreken over Italië, is het veel moeilijker om als overheid je geld binnen te halen. In ons land zijn we calvinistisch; ‘geeft de keizer wat des keizers is’. (Matt. 22, vs21)
Maar we hoeven ook niet meer te geven dan wat voor de overheid bestemd is. Zo is het CDA veel te makkelijk meegegaan met geldverslindende dossiers als de Ecologische Hoofdstructuur. Aan dit soort tekentafelprojecten werd meegewerkt, omdat het CDA bang was niet groen genoeg te zijn.

Ook werd vrolijk meegedaan aan allerlei sociale arrangementen, waarvan je van te voren zou kunnen weten dat die op termijn niet te betalen zijn en waarmee je mensen leert niet meer voor zichzelf te zorgen, maar onnodig afhankelijk maakt van de overheid. Er is onvoldoende oog geweest, zelfs een soort uitstelgedrag, voor het moment dat maatregelen terug gedraaid moesten worden.

Rentmeesterschap is een christendemocratische term, maar werd eenzijdig uitgelegd in die zin dat er nog meer geld moest komen voor projecten die allerlei wijsneuzen belangrijk vonden. Rentmeesterschap is ook zuinig omgaan met de jou toevertrouwde middelen en dat heb ik helaas te weinig gezien.

Bij het CDA verwijten we de PvdA dat ze geen goed programma meer hebben, maar zelf hebben we na de normen en waarden van Balkenende geen samenhangend idee meer geproduceerd hoe we met dit land om moeten gaan.

Herbronning vind ik een naar woord. Volgens mij behoort dit tot het jargon van een bestuurlijke kaste waarvan ik vind dat die afgeschaft zou moeten worden. Het is echter wel hard nodig om ons als partij te bezinnen op onze relevantie voor de samenleving en de toekomst.

Mark Faasse

woensdag 2 maart 2011

AFM Bedankt!

De Autoriteit Financiele Markten heeft de ING Bank een boete opgelegd van € 130.000 omdat de bank een aantal hypotheekleningen had verstrekt wat niet helemaal volgens de regels was gegaan.
ING gaat niet in beroep, terwijl ze aangeven dat de betrokken geldleners niet gedupeerd zijn geraakt. De acceptanten bij de ING hebben waarschijnlijk artikel 5 toegepast (door de vingers zien) en wellicht een iets te hoge hypotheek verstrekt of zo. Daarmee voldeden ze waarschijnlijk aan de wens van hun klanten.

Dit was tegen de regels van de ambtenaren van de AFM en dan dient er opgetreden te worden. Waaraan ontleen je anders je bestaansrecht. Voor ING is de hoogte van het bedrag natuurlijk een lachertje, maar ze zullen niet blij zijn met de publiciteit en het zal dus gevolgen hebben voor het toekomstig beleid van deze bank, en ook van andere geldverstrekkers.

Met enige weemoed denk ik terug aan de goede oude tijd, nog niet eens zo lang geleden. Er was een bank op een niet nader te noemen vissersdorp met een klok en als de directeur daarvan op zaterdagmorgen zijn gazon aan het maaien was, dan kwam er wel eens iemand langs om te zeggen dat hij een huis gekocht had en daar geld voor wilde lenen. Als je de hele week aan het vissen bent is het wel handig dat je op zaterdag iemand aan kunt spreken. Die bankdirecteur kende zijn pappenheimers en zonder al te veel formaliteiten (dossier??) werd de zaak geregeld.

Het kon nog mooier. Ik verkocht een keer een tweede woning in een niet nader te noemen bekende badplaats op Walcheren en ging met de koper, een duitser, naar de lokale cooperatieve bank toe. Hij wilde de helft van het aankoopbedrag lenen. We werden te woord gestaan door de onderdirecteur, want die sprak Duits en hij schreef alles op in zijn blok met gelinieerd papier. Ik had een kopietje meegenomen van de koopakte (toen nog anderhalf kantje) en de Duitse meneer moest zijn Ausweis laten zien. Auszahlung was 98,5%, maar er hoefde geen taxatierapport te komen en dan was er ook een halfje voor de makelaar bij. Na een half uur stonden we buiten en de klant had nergens een formulier in moeten vullen of zijn handtekening zetten. Hij voelde zich daar erg ongemakkelijk bij, want hij kwam uit de grote stad. Ik stelde hem gerust dat die dingen hier zo gingen en uiteraard liep die zaak op rolletjes. Ik geloof niet dat er zich in dit geval ooit een probleem voorgedaan heeft of dat die bank een te hoog risico gelopen heeft.

Wat de AFM nu doet, is het paard achter de wagen spannen. Met hun acties berokkenen ze veel nadeel, niet alleen voor mensen die nu nog een hypotheek rond moeten zien te krijgen, maar ook voor al die woningeigenaars, die de waarde van hun bezit zien dalen doordat het steeds moeilijker wordt om te financieren.

Mark Faasse